Een natuurramp van 305 miljoen jaar geleden.
Marius van Heiningen
Introductie.
Dichtbij het
plaatsje Cervera de Pisuerga, gelegen in het noorden van de provincie Palencia
en in het zuiden van het Cantabrische Gebergte (zie kaarten), bevindt zich een
geologische ontsluiting van wereldniveau. Het is een echte aanrader en als je
ooit in de buurt mocht komen (ik weet het, het ligt niet naast de deur) is het
zeker de moeite van een bezoek waard. Het is het hoogtepunt van een mooie en
duidelijk gemarkeerde natuurroute die
begint in het dorpje Verdeña.
Overzicht van de geologische ontsluiting van de zandsteenlaag waar zich de fossiele afdrukken in bevinden.
Het fossiele bos van Verdeña.
Waar hebben we
het nu eigenlijk over? Het fossiele bos
bestaat uit afdrukken van wortels en boomstammen die te zien zijn op de
oppervlakte van een steilstaande zandsteenlaag, over een lengte van maar liefst 270 meter (nagemeten op de
kaart) en met een hoogte variërend tussen de 5 en de 12 meter. Lagen zandsteen
met versteende wortelknollen zijn op zich niet zo heel zeldzaam (hoewel zeker
niet algemeen), maar het grote wetenschappelijke belang van deze ontsluiting
berust in het samenspel van fossiele wortelafdrukken en boomstammen, en de
grote oppervlakte van de ontsluiting. Hierdoor is het mogelijk geworden om na
een grondige studie tot een zeer gedetailleerde interpretatie te komen van een
rampzalige gebeurtenis die zo´n 305 miljoen jaar geleden heeft plaats gevonden.
De fossielen zijn aan het licht gekomen doordat de zandsteenlaag waarin ze zijn
afgedrukt, zich direct onder een laag steenkool bevond die gedurende de jaren
80 van de vorige eeuw is afgegraven. De fossiele afdrukken zijn ontdekt en
bestudeerd door de Nederlandse geoloog professor Robert Wagner Boon, die al vele
jaren in Spanje woont, en de geologische interpretatie is grotendeels te danken
aan zijn studies.
LEES VERDER EN GENIET VAN DE FOTO´S
LEES VERDER EN GENIET VAN DE FOTO´S
Geologisch kader van het fossiele bos van Verdeña.
Om de geologische
situatie te begrijpen die heeft geleidt tot de fossilisatie van dit bos, moeten
we 305 miljoen jaar terug naar het
verleden, naar het Karboon tijdperk. Waar we ons nu midden tussen de bergen
bevinden, was er toendertijd een grotendeels door de zee ondergelopen
rivierdelta. De rivieren spoelden enorme hoeveelheden zand, silt en klei naar
zee, alwaar zich rondom de riviermonding een delta vormde. In dit geval hield
de geologische daling van de zeebodem ongeveer gelijke tred met de opvulling
met sediment, zodat de kustlijn min of meer op dezelfde plaats bleef. De
geologen hebben uitgerekend dat deze opvulling maar liefst 2000 meter per miljoen
jaar bedroeg, wat in geologische termen zeer groot is. Een zo snelle daling van
de zeebodem kan alleen maar gepaard gegaan zijn door vaak voorkomende en schoksgewijze
dalingen langs breukvlakken.
Meer in detail
kunnen we de volgende geologisch opeenvolging van aardlagen aantreffen: onderop
verschillende lagen silt en klei, dan een laag zand en vervolgens een laag steenkool
(juist die afgegraven laag kool waardoor alles aan het licht is gekomen). De
silt en klei zijn in zee afgezet, terwijl de zandlaag net boven de waterlijn is
afgezet. De koollaag is vermoedelijk in een ondergelopen lagune afgezet. Deze gegevens
lijken erg saai, maar komen later bij de interpretatie van wat er nu precies
gebeurd goed van pas.
Wat is er nu eigenlijk precies te zien?
Er zijn duidelijk
2 groepen stigmarias te onderscheiden, te samen met omgevallen boomstammen.
Maar wat zijn nu stigmarias? Stigmaria is een verzamelnaam voor versteende
wortelstronken (of afdrukken daarvan) van de klasse Lycopsida, een boomgroep
die in het Karboon grote bossen vormden. Karakteristiek is de aanwezigheid van
4 boomstronkuitlopers die vervolgens weer verder vertakken (zie foto). Deze
wortels waren zeer oppervlakkig en daardoor nu nog goed te zien. Een van deze
boomstronken is geidentificeerd als behorend tot het geslacht Sigillaria, zodat
het goed mogelijk is dat de andere bomen daar ook toe behoorden, maar vanwege
de onzekerheid of dat werkelijk zo is, zal ik de bomen “licopsieden” noemen. De
preciese naam doet er eigenlijk niet zo zeer toe, zolang het maar duidelijk is
dat we het over een toendertijd veelvuldig aanwezige boomsoort hebben.
Een versteende wortelstronk van de soort Sigillaria, een boomsoort die veelvuldig voor kwam in het Karboon tijdperk. Opvallend zijn de 4 stevige, doch oppervlakkige wortels die zich vervolgens weer vertakken. Deze foto is afkomstig van de wikipedia.
Het is opvallend
dat de stigmarias zijn verdeeld in precies 2 groepen met afdrukken van verschillende
grootte. De grote afdrukken behoorden aan volwassen bomen en de kleinere afdrukken passen bij nog jonge bomen, terwijl afdrukken
van een tussenliggend formaat geheel ontbreken. Bovendien, passen de omgevallen
stammen qua omvang alleen maar bij de nog jongere bomen. Tevens zijn er nog een
aantal details te zien die zullen worden besproken wanneer ze voor de
interpretatie van belang zijn.
Een natuurlijke ramp van 305 miljoen jaar geleden.
De grote
wortelafdrukken (stigmarias) bevinden zich op een onderlinge afstand van
ongeveer 3 meter. Dit waren allemaal volwassen bomen die de groei van een
tweede generatie bomen verhinderde. Deze eerste generatie bomen is plotseling
geheel verdwenen (voor de oorzaak hiervan zijn geen aanwijzingen gevonden) en
is vervolgens opgevolgd door een tweede generatie bomen. Deze jonge boompjes
groeiden tussen de grote wortelstronken van de eerste generatie bomen, wat er
op duidt dat deze nog niet geheel verteerd waren. Ze zijn ook allemaal ongeveer
evengroot, hetgeen duidt op een gelijktijdige begroeien van de gehele bodem. De
natuurlijke omgeving kan worden afgeleid uit de opeenvolging van de geologische
lagen. De silt en klei lagen duiden op mariene afzettingen, terwijl de zandlaag
waar de bomen groeiden net boven de waterlijn is afgezet. We hebben het dus
over een bos dat op de grens van land en zee groeide. De omgevallen
boomstronken vertellen ons de rest van het verhaal. Het is opvallend dat ze
allemaal in ongeveer dezelfde richting liggen, dwz. min of meer parallelle
boomstammen en met de boomkruinen naar dezelfde kant. Ook is uit de vorm van de
wortelstronken af te leiden dat deze boomstammen letterlijk van de wortels zijn
afgebroken geworden. Nu kunnen we aan twee voor de hand liggende oorzaken
denken; ten eerste een orkaan die alle bomen heeft omgewaaid en ten tweede een
enorme vloedgolf. De eerste oorzaak is minder waarschijnlijk omdat in dat geval
er een zekere hoeveelheid van versplinterd hout als fossielresten aanwezig zou
moeten zijn. Dit is echter niet het geval. Bij een vloedgolf zouden deze
splinters weggespoeld zijn. Echter we hebben ook niet te maken met zo maar een
tsunami, want deze zou bij het terugvloeien naar zee de boomstammen kris kras
hebben verplaatst, hetgeen niet is gebeurd. Daarom denken de geologen dat we
hier te maken hebben met een eenmalige vloedgolf zonder terugloop van water.
Hoe is dit nu mogelijk? Gezien de geologische situatie van de gehele streek
(zie geologisch kader) ligt de volgend verklaring het meest voor de hand. Waarschijnlijk
heeft er één van de relatief vaak voorkomende afzakkingen via breuklijnen
plaats gehad, waardoor er een heel stuk land plotseling door de zee verzwolgen
is. De vloedgolf die dit verzakte gebied binnen spoelde heeft alle bomen
omgespoeld (in ongeveer dezelfde richting) en omdat het gebied nu permanent
onder de waterlijn lag, was er ook geen sprake van een teruggaande golf. Dit
verklaard ook waarom er geen nieuwe boompjes zijn gegroeid (die ook
wortelafdrukken zouden hebben nagelaten), wat na een orkaan wel het geval zou
zijn geweest. De laag steenkool die zich bovenop de zandlaag heeft gevormd is
waarschijnlijk te danken aan de aanwezigheid van andere dichtbij groeiende
kustbossen die de ramp wel hadden overleeft. Takken, bladeren en boomstammen, afkomstig
van deze bossen, kunnen zich hebben opgehoopt in de pas gevormde lagune om zodoende
met de tijd een laag kool te vormen. Deze opeenvolging van lagen silt en klei,
vervolgens een laag zand met wortelafdrukken met daarop een laag kool, komt in
de streek meerdere malen voor (hetgeen overeen komt met een geologische
geschiedenis met regelmatige aardverzakkingen) maar zijn niet op een zodanig
grote schaal bloot gelegd als het geval is met het fossiele bos van Verdeña,
hetgeen deze tot een geologische ontsluiting van wereldniveau maakt.
Kaart 1 geeft de situatie van de volgende kaart weer, binnen het geheel van het Cantabrisch Gebergte.
Kaart 2 geeft aan waar Cervera de Pisuerga zich bevindt, t.o.v. de grote plaatsen León, Gijón en Santander.
Kaart 3 geeft weer waar Verdeña zich precies bevindt t.o.v. Cervera de Pisuerga.
Deze laatste kaart geeft de wandelroute weer om vanuit Verdeña bij het fossiele bos te komen. De P geeft de parkeerplaats aan. Met rood is de korte route aangegeven en met groen een alternatieve en langere wandeling.
Uitzicht tijdens de wandeling naar de ontsluiting.
Hè, hè, even uitrusten, hoewel niet echt nodig, maar deze natuurlijke bank vraagt er gewoon weg om.
Er zijn in indergeval geen lelijke flatgebouwen te zien.
Aankomst bij de ontsluiting. De afdrukken bevinden zich in de steile wand.
De circels geven enkele wortelafdrukken aan, en de lijnen zijn getekend evenwijdig aan verscheidene boomstammen.De oriëntatie van de stammen heeft maar een kleine variatie.
Afdruk van een wortelstronk met vier worteluitlopers. Het hek geeft de schaal aan.
Detail van de wortelafdruk van de vorige foto.
Detail van één van de boomstammen, het hout is omgezet in steenkool.
Terugblik over de ontsluiting. De lagere wand ligt in het verlengde van de hoge wand.
Enkele van de boomstammen behoren toe aan bomen van een andere soort. Deze stammen zijn steviger waardoor de ronde vorm beter bewaard is gebleven. Het gaat waarschijnlijk om bomen die leken op onze huidige mangroves. Hetgeen dus ook een aanwijzijg is voor de nabijheid van de zee.
Detail van de vorige foto. De kromming van de stam is goed te zien.
Één van de grotere wortelafdrukken. De verdere vertakkingen van de wortels zijn duidelijk zichtbaar.
Een vergroting van de vorige foto. Wat is dat voor substantie die zich in de wortelafdrukken bevinden???
Oh, het is steenkool. Hetgeen een bewijs is voor de organische oorsprong van deze afdrukken.
Na een korte, doch mooie wandeling zijn we weer terug in het dorpje.
PS. Normaal geef ik geen exacte lokaties van relatief kwetsbare planten of geologische ontsluitingen, maar in dit geval gaat het om een goed aangegeven toeristisch element, dat hoewel niet erg druk bezocht wordt, toch algemeen bekend is (bv in de plaatselijke VVV-kantoren).
Wat een geweldige informatieve blog weer Marius!
ReplyDeleteJammer dat Spanje niet naast de deur ligt anders was ik daar wel dagelijks te vinden in die omgeving van het fossiele bos. Ik heb vroeger veel fossielen verzameld, maar door ruimtegebrek heb ik alles verkocht.
Groet,
Willy
Vaak weet je niet eens dat er zo iets in de buurt is, totdat iemand de moeite neemt om het te gaan bestuderen. En in dit geval is Robert Wagner een echte autoriteit op dit gebied. Ik woon hier al jaren en toch vindt ik elke keer weer wat nieuws.
DeleteGroetjes.
Marius
Schitterend verhaal, volgende keer toch eens komen kijken.
ReplyDeleteAls je toevallig in de buurt komt is het een echte aanrader.
DeleteGroetjes.
Heel bijzonder dit Marius.
ReplyDeleteIk had nog nooit van een fossielenbos gehoord, maar
als ik dit zo zie en lees is het inderdaad heel bijzonder.
Leuk dat je er zoveel foto's van gemaakt hebt en ook de kaarten erbij
zijn heel handig. Niet dat ik morgen direct afreis, maar dit is wel
heel handig en leerzaam om te weten.
Echt super dit.
Groetjes, Helma
Die kaarten heb ik erbij gedaan zodat je tenminste weet waar het nu eigenlijk precies is. Persoonlijk houd ik zo´n beetje bij waar de intersante dingen zich bevinden die ik op internet tegenkom (of op tv), en als ik dan een keer toevallig in de buurt kom (al is het jaren later) neem ik de kans waar.
DeleteGroetjes
Interessant gebied waar jij je begeeft Marius.
ReplyDeleteAan de blogs en informatie te zien moet er voldoende te beleven vallen en als geoloog zit je daar prima op je plek lijkt mij.
Groeten,
Ron
Ja Ron, absoluut waar.
DeleteGeologisch gezien is het een van de top bestemmingen van West-Europa. Niet voor niets is het gedurende talloze jaren het favoriete veldwerkgebied geweest van de Universiteit van Utrecht (ik zelf heb mijn veldwerk gedaan op 10 km van waar ik nu woon). En nog steeds komen er Engelse, Duitse en Spaanse geologie studenten hun veldwerk doen.
Overigens heb ik ook veel aandacht voor wilde planten (vooral orchideeën), dieren (er zijn hier echt nog wolven en beren, hoewel erg moeilijk te spotten), algemeen landschap en paddestoelen (dat is nog een heel verhaal hier in Spanje).
Groeten
Muy interesante
ReplyDelete