Eind winter: bloemen in het Cantabrisch Gebergte (Asturias).
Halverwege maart zijn we enkele dagen naar het qua klimaat zachtere Asturias geweest, waar vele bloemen al vol in bloei stonden. We hebben zeker 40 verschillende bloemen kunnen fotograferen, waarvan sommige heel algemeen zijn en andere best wel bijzonder. In deze post wordt een kleine verzameling van de gevonden bloemen getoond, terwijl de resterende planten in andere posts aan bod zullen komen.
LEES VERDER EN GENIET VAN DE FOTO´S.
Terwijl we afdaalden van een koude en besneewde bergpas naar de bergkloof die toegang geeft tot het milde Asturias, verschenen er in de berm ineens de eerste bloemen. In dit geval de stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris).
De stengelloze
sleutelbloem heeft zijn naam te danken aan de relatief korte stengel, indien
vergeleken met andere sleutelbloemen. De 5 kroonbladeren zijn bleekgeel van
kleur met een donkergeel hartje en er is maar één bloem per stengel. In Nederland en
Belgie staat deze plant op de rode lijst als zeer zeldzaam.
Ook de gewone of gulden sleutelbloem (Primula veris) was al aanwezig. Deze sleutelbloem heeft een langere stengel dan de stengelloze sleutelbloem die bovendien getooid is met meerdere donkergele bloemen. Deze soort komt ook veel voor in de het zuidelijke gedeelte van het Cantabrisch Gebergte, maar daar stonden ze zeker nog niet in bloei.
Aan het eind van de kloof stonden de bermen al in volle bloei, o.a. met grote muur of grootbloemige muur (Stellaria holostea). Groeien vaak langs bosranden en wegbermen in de buurt van bossen (zoals hier). kan worden verward met de (akker)hoornbloem.
Ook de
paardebloem ontbrak niet (Taraxacum officinale), in dit geval midden tussen het grote muur.
Hoewel de
paardebloem ook al in de provincie León (zuidelijk gedeelte van het Cantabrisch
Gebergte) was gesignaleerd.
Het stinkend
nieskruid (Helleborus foetidus) is een plant uit de ranonkelfamilie die in
Nederland alleen plaatselijk voorkomt in Zuid-Limburg, maar in Belgie vrij
algemeen is. De bloemen bestaan alleen uit groene kelkbladeren met soms een
paars/rode/bruine rand. De plant bestaat
uit een stengel met kransgewijze bladeren, in tegenstelling tot de enigzins gelijkende wrangwortel
(Helleborus viridis) die grondstandige bladeren heeft. Het is goed te zien dat
de plant giftig is, want in sterk begraasde weiden toornt hij onaangetast boven
het korte gras uit.
De kelkbladeren
vormen als het ware een bijna gesloten bol, dit in tegenstelling tot de
wrangwortel (volgende foto).
De wrangwortel
(Helleborus viridis), die ook behoort tot de ranonkelfamilie, is in Belgie
zeldzaam en in Nederland zeer zeldzaam. Omdat deze plant werd gekweekt als
medicinale plant komt hij in Nederland alleen maar voor bij pastorietuinen,
oude landgoederen en dergelijke. Planten waarvan het natuurlijke
verspreidingsgebied veel zuidelijker ligt worden stinsenplanten genoemd. In dit
geval bestaat het oorspronkelijke verspreidingsgebied misschien alleen maar uit
de Pyreneeën en het Cantabrisch Gebergte. De wrangwortel heeft grondstandige
bladeren (in de foto 2 stuks, rechts beneden) en de bloemen gaan veel verder
open dan bij het stinkend nieskruid.
Detail van de
bloem van de wrangwortel.
De bosanemoon
(Anemone nemorosa) is ook een plant uit de ranonkelfamilie. De plant bestaat
uit een stengel met drie bladeren en bovenop een witte bloem. Omdat ze zich ook
vermeerderen d.m.v. wortelstokken groeien ze vaak in dichte groepjes opeen,
hoewel dat hier niet het geval was.
De knolsmeerwortel (Symphytum tuberosum) behoort tot de ruwbladigenfamilie. Bij uitwendige toepassing
heeft het een gunstig effect op de heling van wonden, wat waarschijnkijk te
danken is aan de stof allantoïne.
Detail van de
bloem van de knolsmeerwortel.
De latijnse naam
voor madeliefje is Bellis perennis wat
“durende of overblijvende schoonheid” betekent. Dit is een zeer algemene
bloem die vooral veel voorkomt op aangestampte grond, zoals bijvoorbeeld velden
die begraasd worden door vee.
De bloem is bij
slecht weer gesloten en dan is de roodachtige/roze/wittige kleur van de
onderkant van de kroonbladeren goed te zien.
De wilde hyacinth
behoort tot het geslacht Hyacinthoides waarvan zo´n 11 soorten bestaan, hoewel
het hier waarschijnlijk om de Spaanse hyacinth (Hyacinthoides hispanica) gaat.
Ze groeien vaak in (verspreide) groepen omdat de zware zaden zich niet erg ver
kunnen verspreiden.
Met een mooie
blauwe kleur van de neerhangende klokjes.
Ook het koolzaad
(Brassica napus) stond al in volle bloei, vooral langs wegen en paden en af en
toe een veld vol, hoewel in dit geval langs een beekje. Uit de zaden kan
koolzaadolie worden gewonnen en daarom werd de plant vroeger veel in Groningen
en in de Flevopolder verbouwd, echter na de daling van de prijs is de produktie
sterk gedaald. Tegenwoordig lijkt het koolzaad een kleine come-back te maken.
Detail van de
bloem van het koolzaad. Een doodgewone maar toch mooie bloem.
Veel variatie aan wilde bloemen gefotografeerd. Mooie overzicht plaatjes, met veel informatie.
ReplyDeleteGr. Nicole
Hallo Nicole, en er waren nog veel meer wilde bloemen, en dan al half maart!!
ReplyDeleteGroetjes, Marius.